Partner- en wezenpensioen

Als jij overlijdt dan is er een partner- en wezenpensioen voor je partner en kinderen. Dit geldt zolang je voor Abbott werkt. Heb je geen partner en/of kinderen? Dan keert het pensioenfonds geen partner- en/of wezenpensioen uit als jij overlijdt. 

Voor je partner

Je partner krijgt een partnerpensioen als jij overlijdt, zolang deze leeft. Het partnerpensioen is 1,16% van het deel van je salaris waarover je pensioen opbouwt, vermenigvuldigd met het aantal jaren dat je in dienst zou zijn geweest tot je 68ste. Elk jaar verhogen we dit bedrag met 3% tot het jaar dat jij 68 zou zijn geworden. Hoeveel partnerpensioen er voor jouw partner is geregeld, zie je op jouw Uniform Pensioenoverzicht of op mijnpensioenoverzicht.nl.  

Voorbeeld

Jouw brutosalaris € 90.000 
Aftrek omdat je later AOW krijgt (franchise)  -/-€ 17.545 
Deel van je salaris waarover je pensioen opbouwt € 72.455
Partnerpensioen: (1,16% x € 72.455) x 28 jaar € 23.533,38

Voor je kinderen

Je kinderen krijgen wezenpensioen totdat zij 18 worden. Dit is 20% van het partnerpensioen. Studeren zij of zijn zij arbeidsongeschikt, dan krijgen zij het uiterlijk tot hun 27ste. Ook dit pensioen verhogen wij elk jaar met 3% tot het jaar waarin jij zelf 68 zou zijn geworden.  

Partner- en wezenpensioen bij brutojaarsalaris hoger dan € 137.800 

Boven een bruto jaarinkomen van € 137.800 (2024) biedt het pensioenfonds geen partner- en wezenpensioen. De werkgever biedt hiervoor wel een verzekering.

Als je niet meer in dienst bent bij Abbott  

In deze situatie zetten we het pensioenkapitaal om in een partner- en wezenpensioen (in de verhouding 70:14). Voorwaarde is dat je het pensioen bij ons hebt laten staan en dat je nog niet met pensioen bent.  

Hoeveel pensioen je partner en kinderen dan krijgen hangt af van de hoogte van het pensioenkapitaal. Ook spelen de tarieven voor het aankopen van pensioen een rol. Je partner kan kiezen voor een vaste of een variabele uitkering.  

Als je al met pensioen bent  

Als je met pensioen gaat, dan koop je een levenslang pensioen voor jezelf aan. Daar zit een partner- en wezenpensioen bij. De verhouding tussen het pensioen voor jezelf, je partner en je kinderen is standaard 100:70:14. Samen met je partner kun je een andere verdeling afspreken. 

Algemene Nabestaandenwet 

Je partner heeft misschien recht op een nabestaandenuitkering van de overheid. Dit is de ANW-regeling. Hier zijn voorwaarden aan verbonden. Je partner moet dan een of meer minderjarige kinderen verzorgen of (deels) arbeidsongeschikt zijn. Meer informatie vind je op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) www.svb.nl.  

De precieze regels over het partner- en wezenpensioen vind je in het pensioenreglement.


pensioen 123