Als je wel eerder dan op je 68e meer vrije tijd wilde, maar nog niet volledig wilde stoppen met werken, dan was deeltijdpensioen een interessante mogelijkheid. Je ging dan voor een deel van je werktijd met pensioen. Voor het andere deel bleef je werken en voor dat deel bleef je pensioen opbouwen. Je totale pensioen werd iets lager omdat je een deel eerder opneemt, maar de teruggang bij deeltijdpensioen is niet zo groot als bij vervroegd pensioen.
Deze informatie gaat over het pensioen dat je bij Abbott opbouwde tot en met uiterlijk 29 juni 2023. In deze pensioenregeling bouw je geen pensioen meer op. Bekijk hier informatie over de huidige pensioenregeling van Abbott.
Je had de mogelijkheid om te kiezen voor deeltijdpensioen vanaf je 60ste jaar. Je kunt met deeltijdpensioen gaan in delen van 10% van je gewerkte aantal uren met een minimum van 20%. Je diende deeltijdpensioen zes maanden van tevoren aan te vragen. Je diende dan op te geven voor welk deel van je dienstverband je met pensioen wilde gaan en voor welk deel je bleef werken. Je werkgever moest het met die keus eens zijn. De eenmaal gemaakte keus was onherroepelijk. Je kon niet later het aantal werkuren weer verhogen.
Als je met deeltijdpensioen ging en je nam ook deel aan de Beschikbare Premie Module (dit geldt ook voor de vroegere Vrijwillige Bijspaar Module), dan moest je op het moment dat je met deeltijdpensioen ging ook een deel van je beschikbare pensioenkapitaal aanwenden voor een direct ingaand ouderdomspensioen en een bijbehorend partnerpensioen. Dat pensioen kocht je aan bij een externe verzekeraar. Afhankelijk van de mogelijkheden die de verzekeraar bood, kon je kiezen voor een vaste of een variabele uitkering of een combinatie van deze twee.