Als je komt te overlijden heeft je partner recht op het partnerpensioen uit de oude Basis Module. Dat is alleen als je pensioen hebt opgebouwd in deze regeling en als je partner aan de voorwaarden voldoet.
Deze informatie gaat over het (partner)pensioen dat je bij Abbott opbouwde tot en met uiterlijk 29 juni 2023. In deze pensioenregeling bouw je geen pensioen meer op.
Bekijk hier informatie over de huidige pensioenregeling van Abbott.
Er is een verschil hoe dat partnerpensioen was geregeld in Basis Module en de Beschikbare Premie Module. In de Basis Module bouwde je dat partnerpensioen op door de premies die je werkgever en jij betalen. Als je overleed terwijl je nog in dienst was bij Abbott, kreeg je partner levenslang een partnerpensioen dat 70% is van het ouderdomspensioen dat je zou krijgen als je tot je pensionering bij SPAN pensioen zou opbouwen.
De basis voor de pensioenberekening was de laatst berekende pensioengrondslag voor je overlijden. Dit bedrag werd dan jaarlijks met 3% verhoogd tot aan het moment dat je de 68-jarige leeftijd zou hebben bereikt. Daarna wordt het partnerpensioen niet meer verhoogd.
Het voor het partnerpensioen genoemde percentage van 70% van het ouderdomspensioen gold alleen voor deelnemers die na 1 januari 2014 in dienst zijn getreden bij Abbott. Voor deelnemers die al voor die datum pensioen opbouwden bij het pensioenfonds zou het partnerpensioen lager zijn dan 70% van het ouderdomspensioen. Per die datum werd namelijk de pensioenrichtleeftijd verhoogd van 65 naar 67 jaar. Het al opgebouwde ouderdomspensioen is toen verhoogd omdat het over een kortere periode wordt uitgekeerd. Daarna is per 1 januari 2018 de pensioenrichtleeftijd verhoogd van 67 naar 68. Het ouderdomspensioen is toen weer verhoogd. Het partner- en het wezenpensioen zijn in 2014 en 2018 niet verhoogd. Als je al vele jaren voor 2014 in dienst was zal het partnerpensioen dus meer onder het niveau van 70% van het ouderdomspensioen liggen dan wanneer je nog maar enkele jaren voor die datum in dienst trad. In het onderstaande rekenvoorbeelden gaan we uit van iemand die na 1-1-2014 in dienst is getreden.
Rekenvoorbeeld
Stel dat jij zou komen te overlijden als je 40 jaar bent. Dan wordt op basis van de dan voor jou geldende pensioengrondslag berekend wat je pensioen zou worden als je onafgebroken tot je 68e jaar bij Abbott zouden hebben blijven werken. Stel dat dit pensioenbedrag bijvoorbeeld € 25.000 per jaar zou zijn. Dan ontvangt je partner 70% van € 25.000 = € 17.500. Dit is dan het bedrag dat jouw partner levenslang per jaar zou krijgen als partnerpensioen. Hierbij geldt nog dat dit bedrag jaarlijks met 3% werd verhoogd tot aan het moment dat jij de 68-jarige leeftijd zou hebben bereikt. Daarna werd het partnerpensioen niet meer verhoogd.
Als je zou overlijden voor je pensioenrichtleeftijd (de leeftijd waarop je normaal gesproken met pensioen gaat) maar op dat moment niet meer in dienst was van Abbott en niet je opgebouwde pensioen hebt meegenomen naar je nieuwe werkgever (zie waardeoverdracht), zou je partner een levenslang partnerpensioen ontvangen dat is gebaseerd op de hoogte van het tot het eind van je dienstverband opgebouwde ouderdomspensioen.
Rekenvoorbeeld 2
Stel je had een aantal jaren bij Abbott gewerkt en was daarna ergens anders gaan werken. Je overleed voordat je bij de nieuwe werkgever met pensioen gaat. Stel je had bij Abbott in totaal € 7.000 aan ouderdomspensioen opgebouwd. Je partner zou dan levenslang 70% van € 7.000 = € 4.900 partnerpensioen ontvangen per jaar. Hierbij geldt nog dat dit bedrag jaarlijks met 3% werd verhoogd tot aan het moment dat jij de 68-jarige leeftijd zou hebben bereikt. Daarna werd het partnerpensioen niet meer verhoogd.
Als je zou overlijden na je pensionering zou je partner een levenslang ouderdomspensioen krijgen dat is gebaseerd op de hoogte van het tot het eind van je dienstverband opgebouwde ouderdomspensioen.
Rekenvoorbeeld 3
Stel dat je na je pensionering overleed en je pensioen was op dat moment € 30.000 per jaar. Je partner zou dan levenslang een partnerpensioen ontvangen van € 21.000 per jaar. Dit bedrag werd niet verhoogd omdat jouw overlijden plaatsvond na het moment dat jij de pensioenleeftijd had bereikt.
Als je gebruik had gemaakt van keuzemogelijkheden voor uitruil van ouderdomspensioen en partnerpensioen is de berekening gebaseerd op de gemaakte keuze.
Als je gescheiden was en er was sprake van een bijzonder partnerpensioen, dan werd dit in mindering gebracht op de bovengenoemde rekenvoorbeelden.
Wezenpensioen
In deze regeling is er voor je kinderen ook een wezenpensioen geregeld. Dit krijgen je kinderen als je overlijdt. Er is een verschil hoe dat wezenpensioen was geregeld in Basis Module en de Beschikbare Premie Module.
In de Basis Module bouwde je het wezenpensioen op door de premies die je werkgever en jij betalen. Als je overleed terwijl je nog in dienst bent bij Abbott, krijgen je kinderen totdat zij de leeftijd van 18 jaar bereiken een wezenpensioen dat per kind 14% is van het ouderdomspensioen dat je zou krijgen als je tot je pensionering bij SPAN pensioen zou opbouwen. Als je kinderen nog studeerden of arbeidsongeschikt waren, kregen zij het wezenpensioen totdat zij de leeftijd van 27 jaar bereiken. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als beide ouders zijn overleden.
Als je overleed voor je pensioenrichtleeftijd maar op dat moment niet meer in dienst bent van Abbott en niet je opgebouwde pensioen hebt meegenomen naar je nieuwe werkgever (zie waardeoverdracht), ontvingen je minderjarige kinderen een wezenpensioen per kind dat 14% is van het tot het eind van je dienstverband opgebouwde ouderdomspensioen.
Als je overleed na je pensionering en als je op dat moment nog minderjarige kinderen hebt, ontvingen zij een wezenpensioen dat is gebaseerd op de hoogte van het tot het eind van je dienstverband opgebouwde ouderdomspensioen.
Het voor het wezenpensioen genoemde percentage per kind van 14% van het ouderdomspensioen geldt alleen voor deelnemers die na 1 januari 2014 in dienst zijn getreden bij Abbott. Voor deelnemers die al voor die datum pensioen opbouwden bij het pensioenfonds zal het wezenpensioen per kind lager zijn dan 14% van het ouderdomspensioen. Per die datum is namelijk de pensioenrichtleeftijd verhoogd van 65 naar 67 jaar. Per 1 januari 2018 is de pensioenleeftijd verder verhoogd naar 68 jaar. Het al opgebouwde ouderdomspensioen is per 2014 en 2018 verhoogd omdat het over een kortere periode wordt uitgekeerd. Het partner- en het wezenpensioen zijn toen niet verhoogd. Als je al vele jaren voor 2014 in dienst was zal het wezenpensioen per kind dus meer onder het niveau van 14% van het ouderdomspensioen liggen dan wanneer je nog maar enkele jaren voor die datum in dienst trad.