Onze uitgangspunten

Het bestuur heeft een aantal beginselen vastgesteld dat het fundament vormt voor het beleggingsbeleid. De beginselen, die ook wel ‘investment beliefs’ worden genoemd, zijn ingedeeld in de volgende categorieën:

  1. Beleggingsproces
  2. Financiële markten
  3. Organisatie
  4. Maatschappelijk verantwoord beleggen en governance

Investment beliefs Beleggingsproces

De basis van de strategische portefeuille is de structuur van de verplichtingen

De beleggingsportefeuille van een pensioenfonds is onlosmakelijk verbonden met de structuur van haar verplichtingen. Beleggingen dienen dan ook niet separaat bekeken te worden, maar vanuit haar gevoeligheid ten opzichte van de passivazijde van de balans.

Goede processen zijn een essentiële voorwaarde voor prestaties

Consistente en systematische beleggingsprocessen zijn een belangrijke bron voor een duurzaam rendement.

Het managen van beleggingsrisico’s is minimaal zo belangrijk als het genereren van rendementen

Risico’s bepalen of de beleggingsdoelstelling kan worden behaald. Belangrijke maatstaven hierbij zijn scenario’s, de kansen dat een bepaald scenario zich voordoet en de mate van verlies dat optreedt in een bepaald scenario.

Investment beliefs Financiële markten

Beleggingsrisico wordt beloond

Het nemen van weloverwogen beleggingsrisico bij de selectie van beleggingen wordt op lange termijn beloond in de vorm van een hoger rendement. Niet ieder risico draagt bij tot een beter verwacht rendement, maar een hoger rendement kan niet zonder het nemen van beleggingsrisico.

Diversificatie voegt waarde toe zonder rendement te kosten

Spreiding over verschillende beleggingscategorieën, stijlen, regio’s, etc. is een effectieve manier om de verhouding tussen rendement en risico op portefeuille niveau te verbeteren. Het risico per categorie wordt hierdoor niet kleiner, maar wel op het niveau van de totale portefeuille zonder dat hier verwacht rendement voor hoeft te worden ingeleverd.

Eenvoud en transparantie

Bij de samenstelling van de beleggingsportefeuille zijn eenvoud en transparantie belangrijk. Hiermee blijft de portefeuille overzichtelijk en past deze ook bij de governance van het pensioenfonds.

Het bestuur van het pensioenfonds heeft een langetermijnvisie op de ontwikkeling van financiële markten en gebruikt deze in haar strategisch beleid. Daarnaast houdt het bestuur rekening met de ontwikkelingen van het nieuwe pensioenakkoord en de overgang naar het nieuwe stelsel.

De visie wordt gehanteerd bij:

  • Het uitvoeren van een ALM-studie; 
  • De implementatie van een nieuwe strategische beleggingsmix (inclusief renteafdekking);
  • Het beleggen van nieuwe gelden en herbalancering;
  • Om tactisch beleid binnen en over beleggingscategorieën uit te voeren.

Niet alle markten zijn (volledig) efficiënt

Als professionele belegger kan het pensioenfonds profiteren van deze marktinefficiënties door het voeren van een actief beleid. Echter, sterk ontwikkelde markten zijn dermate efficiënt dat daar geen voordeel voor actief beleggen te behalen is. Daardoor kan bijvoorbeeld in ontwikkelde aandelenmarkten gebruik worden gemaakt van passieve producten, gezien de hoge mate van efficiëntie van de markt en de lagere kosten. Daarentegen kan bijvoorbeeld actief beleid worden gevoerd in inefficiënte/opkomende markten. Ook actief beleid in de vorm van tactische asset allocatie kan waarde toevoegen aan de portefeuille. Het verwachte extra rendement bij actief beleid moet de extra uitvoeringskosten meer dan compenseren.

In de matchingportefeuille wordt geen actief beleid gevoerd gezien de doelstelling van deze portefeuille.

Het pensioenfonds hanteert voor de returnportefeuille een ‘passief tenzij’ model. Voor elke beleggingscategorie maakt het pensioenfonds een expliciete keuze tussen actief en passief beleggen. Een mix van beiden is mogelijk.

Pensioenfondsen moeten zorgdragen voor een hoge liquiditeit in de portefeuille

Beleggers houden er niet van als ze hun beleggingen moeilijk kunnen verkopen en ze verplicht zijn ze lang aan te houden. De huidige tijd eist liquiditeit, eenduidige waardering en flexibiliteit. Het pensioenfonds kan hooguit in zeer beperkte mate (maximaal 10% van het balanstotaal) gebruik maken van illiquide beleggingen.

Derivaten kunnen gebruikt worden om op een efficiënte manier de portefeuille in te richten

Met derivaten is het mogelijk om op een efficiënte en goedkope manier de gewenste strategische portefeuille te implementeren. De werking van de te gebruiken derivaten moet in hoofdlijnen begrijpelijk zijn.

Het gebruik van derivaten door de vermogensbeheerder is toegestaan binnen collectieve beleggingvehikels die door de vermogensbeheerder, na toestemming van het pensioenfonds, worden gebruikt. Dit betreft in het bijzonder rentederivaten.

Ten einde het renterisico ten opzichte van de verplichtingen op een efficiënte wijze te beheersen wordt het de vermogensbeheerder toegestaan rentederivaten aan te gaan. Door middel van het gebruik van leverage is het mogelijk om met de matchingportefeuille een groter deel van het renterisico ten opzichte van de verplichtingen af te dekken dan de marktwaarde van de matchingportefeuille (ofwel met minder middelen wordt een bepaalde gewenste positie ingenomen).

Er wordt alleen belegd in beleggingen die transparant en begrijpelijk zijn

Het beleggingsbeleid moet uitlegbaar zijn waarbij zowel positieve als negatieve resultaten uitgelegd kunnen worden. En waarom bepaalde beleggingsbeslissingen zijn genomen door het bestuur. Het bestuur kijkt naar de risico’s binnen de beleggingsportefeuille en ook naar de risico’s ten opzicht van de verplichtingen. En beoordeelt de risico’s zowel kwantitatief als kwalitatief. Er wordt vanuit dat oogpunt dan ook gestreefd naar een zo groot mogelijke mate van transparantie in beleggingsfondsen. Het bestuur wenst te allen tijde inzicht te hebben in het risicoprofiel en de risicokarakteristieken van een beleggingsfonds.

Investment beliefs organisatie

De beste beleggingsresultaten worden behaald door een gespecialiseerd beleggingsteam gecombineerd met een hoge mate van uitbesteding aan externe managers

Op deze manier kan het bestuur de aandacht volledig richten op de pensioenverplichtingen en de doelstellingen van de organisatie zelf.

Kosten die verband houden met het beleggingsbeleid dienen goed in ogenschouw genomen te worden

Kosten staan vast, rendementen zijn onzeker. Hogere kosten voor een actief beleid zijn zeker, terwijl dit voor het extra beleggingsresultaat niet geldt.  De kosten dienen dus minimaal goedgemaakt te worden door de verwachte outperformance en dienen continu goed geanalyseerd te worden.

Daarbij geldt dat de kosten van vermogensbeheer vergeleken zullen worden met een institutionele benchmark voor vermogensbeheerkosten.

Investment beliefs ecologisch, sociaal en governance

Het pensioenfonds houdt zich vanwege ethische en maatschappelijke doelstellingen aan de wet- en regelgeving op het gebied van ESG

De primaire doelstelling van het pensioenfonds blijft ten alle tijden het uitvoeren van de pensioenregeling. Het pensioenfonds doet dit op een verantwoorde wijze, waarbij tevens kosten, rendement en risico’s worden afgewogen. Voor de beleggingen betekent dit dat moet worden voldaan aan de minimum wet- en regelgeving ten aanzien van ‘ESG’:

  • Environmental;
  • Social;
  • Governance

Het pensioenfonds houdt zich daarnaast aan wet- en regelgeving zoals de regelgeving m.b.t. het vermijden te beleggen in bedrijven die controversiële wapens maken, onderhouden of verhandelen en sanctiewetgeving.

Het pensioenfonds belegt haar vermogen via beleggingsfondsen en heeft de invulling van haar ESG beleid uitbesteed aan de vermogensbeheerders van de beleggingsfondsen. De vermogensbeheerders voeren het ESG beleid uit door voting en engagement. Bij engagement wordt op een constructieve manier de dialoog met de ondernemingen waarin wordt belegd aangegaan op het gebied van organisatiestructuur, de maatschappij en het milieu. Met stemmen wordt het stemrecht van het pensioenfonds uitgevoerd. Beide instrumenten hebben als doelstelling om de aandeelhouderswaarde te behouden en te verbeteren.

Uitgangspunten ESG-beleid

Het pensioenfonds heeft de volgende uitgangspunten voor haar maatschappelijk verantwoord beleid gedefinieerd:

  • SPAN streeft naar een beleid dat werkbaar is voor wat betreft de implementatie en monitoring.
  • SPAN is zich ervan bewust dat er geen eenduidige onderzoeken zijn die aantonen dat duurzaam beleggen ook daadwerkelijk tot een structureel hoger of lager financieel  rendement leidt.
  • Bij beleggingen met gelijke risico- rendementskarakteristieken (ter beoordeling van de beleggingscommissie) en kosten gaat de voorkeur uit naar een invulling met verantwoord beleggen;

ESG criteria:

  • De principes van de Global Compact van de Verenigde Naties worden als normenkader genomen voor de invulling van het beleid.
  • De vermogensbeheerorganisaties waar het Pensioenfonds mee samenwerkt, erkennen en maken de algemeen door de Verenigde Naties vastgestelde minimale maatschappelijke normen onderdeel van hun ondernemingsbeleid, strategie, cultuur en dagelijkse gang van zaken (ondertekenaars UNPRI).