De risicobereidheid ten aanzien van het beleggingsbeleid is behoudend. Onnodige risico’s worden voorkomen om de kans op bijstortingen te beperken. Tegelijkertijd wordt naar voldoende verwacht rendement gestreefd om met het sterke financieringsbeleid invulling te geven aan de noodzaak om het vereist vermogen te bereiken. De risicohouding voor de lange termijn komt tot uitdrukking in de gekozen ondergrenzen voor de haalbaarheidstoets en voor de korte termijn in de hoogte van het vereist eigen vermogen of een bandbreedte hiervoor.