Partnerpensioen Beschikbare Premie Module

Deze informatie gaat over het pensioen dat je bij Abbott opbouwde tot en met uiterlijk 29 juni 2023. In deze pensioenregeling bouw je geen pensioen meer op. In de Beschikbare Premie Module was het partnerpensioen geregeld via een verzekering, die gold zolang je bij Abbott in dienst was. Deze regeling geldt nu niet meer.

Bekijk hier informatie over de huidige pensioenregeling van Abbott.

Als je overleed tijdens je dienstverband kreeg je partner een partnerpensioen dat 1,1599% (voor de jaren dat je in dienst was tot 1 januari 2015 is het 1,225%) was van de pensioengrondslag die gold op het moment van je overlijden vermenigvuldigd met het aantal jaren dat je in dienst zou kunnen zijn geweest tot je 68e jaar. Hierbij gold dat er boven een inkomen van € 128.810 (grensbedrag per 1 januari 2023) per jaar geen pensioenopbouw plaatsvond.

Rekenvoorbeeld

Stel je was in 2015 in dienst gekomen en je salaris was op het moment van je overlijden € 90.000 per jaar. Van dit salaris bouwde je over € 76.390 (per april 2023) pensioen op in de Basis Module. Je bouwde dus over € 13.610 pensioen op in de Beschikbare Premie Module. Stel dat je 35 dienstjaren had kunnen halen tot je 68ste jaar, dan wordt de berekening: 1,1599% van € 13.610 = € 157,86 x 35 = € 5.525,18 Dit was het bedrag dat jouw partner dan levenslang ontving als partnerpensioen uit de Beschikbare Premie Module. Natuurlijk kreeg je partner ook het partnerpensioen vanuit de Basis Module (circa 70% van het ouderdomspensioen). Ook het partnerpensioen in de Beschikbare Premie Module werd jaarlijks met 3% wordt verhoogd tot aan het moment dat jij de 68-jarige leeftijd zou hebben bereikt. Daarna werd het partnerpensioen niet meer verhoogd.

Als je overleed voor je pensioenrichtleeftijd maar op dat moment niet meer in dienst was van Abbott en niet je opgebouwde pensioen had meegenomen naar je nieuwe werkgever (zie waardeoverdracht), ontving je partner een levenslang partnerpensioen dat was gebaseerd op de hoogte van het tot het eind van je dienstverband opgebouwde pensioenkapitaal. Als er nog minderjarige kinderen waren, werd van het kapitaal voor hen ook een wezenpensioen aangekocht. Partner- en wezenpensioen staan dan in een verhouding van ongeveer 70:14.

Een rekenvoorbeeld is moeilijk te geven omdat de hoogte van het partnerpensioen en het wezenpensioen enerzijds afhankelijk was van de hoogte van je opgebouwde pensioenkapitaal en anderzijds van de tarieven die golden op het moment van het aankopen van de uitkering. Hoe meer rendement je behaald hebt op je beleggingen, hoe hoger je kapitaal werd. En, hoe hoger de rente, hoe meer pensioen je kon kopen van je opgebouwde kapitaal. Er was keuze tussen een vaste en een variabele uitkering. Bij de laatste wordt na de ingang van de uitkering doorbelegd en is de uitkering afhankelijk van de beleggingsrendementen. Soms is een combinatie van een vaste en een variabele uitkering ook mogelijk.

Als je overleed na je pensioendatum, kregen je partner en dan nog eventuele minderjarige kinderen het partnerpensioen dan wel wezenpensioen die bij je pensionering waren aangekocht.

Partnerpensioen boven fiscaal maximum voor pensioenopbouw

Boven een jaarinkomen van € 128.810 (per 1 april 2023) bood het pensioenfonds geen partnerpensioen. De werkgever bood wel dekking van het partnerpensioen via een verzekering boven deze grens.

Mogelijke ANW-uitkering

Als je overleed, had je partner misschien recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de ANW-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Je partner moest dan geboren zijn vóór 1950 of een of meer minderjarige kinderen te verzorgen hebben of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Meer informatie hierover kun je vinden op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) www.svb.nl 

De hoogte van het verwachte partnerpensioen stond op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Alle details over het partnerpensioen in deze regeling kun je vinden in het pensioenreglement.

Wezenpensioen

In de Beschikbare Premie Module was het wezenpensioen geregeld via een verzekering, die gold zolang je bij Abbott in dienst bent.
Als je overleed tijdens je dienstverband kregen je kinderen totdat zij de leeftijd van 18 jaar bereiken een wezenpensioen dat 0,23198% (voor de jaren dat je in dienst was tot 1 januari 2015 is dit 0,245%) was van de pensioengrondslag die gold op het moment van je overlijden vermenigvuldigd met het aantal jaren dat je in dienst zou kunnen zijn geweest tot je 68e jaar. Als je kinderen nog studeren of arbeidsongeschikt waren, ontvingen zij het wezenpensioen tot hun 27e jaar.

Als je overleed voor je pensioenrichtleeftijd maar op dat moment niet meer in dienst was van Abbott en niet je opgebouwde pensioen had meegenomen naar je nieuwe werkgever (zie waardeoverdracht), ontvingen je kinderen een wezenpensioen dat was gebaseerd op de hoogte van het tot het eind van je dienstverband opgebouwde pensioenkapitaal. Hierbij geldt dat de verhouding tussen partner- en wezenpensioen ongeveer 70:14 is.

Als je overleed na je pensioendatum, kregen je dan nog eventuele minderjarige kinderen het wezenpensioen dat bij je pensionering was aangekocht.

Wezenpensioen boven fiscaal maximum voor pensioenopbouw

Boven een jaarinkomen van € 128.810 (per 1 april 2023) bood het pensioenfonds geen wezenpensioen. De werkgever bood wel dekking van het wezenpensioen via een verzekering boven deze grens.

De precieze regels over het wezenpensioen vind je in het pensioenreglement.


Je pensioenregeling tot en met 29 juni 2023